1° (bouwk.) bovenafdekking van een vertrek, waardoor vloer en balken van de bovenliggende verdieping aan het oog worden onttrokken, liet p. bestaat gewoonlijk uit een witte pleisterlaag (stucklaag), aangebracht tegen een laag riet; het riet wordt bevestigd tegen latten (p.-tengels), die tegen de onderzijden der balken worden gespijkerd. Ook wordt in plaats van riet en tengels speciaal geconstrueerd ijzergaas (steengaas, haringgraatstaal e.d.) tegen de balken aangebracht, waartegen dan zonder meer de pleisterlaag kan worden aangebracht.
P. Bongaerts.
2° (Luchtvaart) Absoluut of theoretisch p. en practisch p. noemt men de hoogte, waarop resp. de stijgsnelheid van een luchtvaartuig nul geworden is en die, waarop deze nog 1/2 m per sec bedraagt.