Ned. dichter, † 10 Mei 1673 te Haarlem. Hij was procureur en behoorde tot de „Bendt der Dighteren”, aan welks hoofd Jan Zoet stond; zijn gedichten zijn opgenomen in De Parnassus aan het IJ (1663); Mengeldichten (1669); Grooten Robbert (tooneelspel, 1672).
Lit.: Wagenaar, Vaderl. Hist. (XIV); Jan Zoet, Uytsteekentste Digtkunstige Werken (1675); J. Koopmans, in: N. Taalgids (XI). Piet Visser.