Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Phrygië

betekenis & definitie

Landstreek in Klein-Azië, genoemd naar de Phrygiërs of Ascaniërs, Indogermanen, die in de 12e eeuw v. Chr. uit Thracië hier binnenvielen en zich met de oorspronkelijke, Hettietische bevolking vermengden. Ph. kwam achtereenvolgens in Lydisch, Perzisch, sinds 192 v. Chr.

Romeinsch bezit. In het centrum van den Phrygischen godsdienst stond de vereering van Cybele, de „Phrygische Moeder” en haar zoon Attis, de „Phrygische Zeus”, wier mysteriën in het Rom. keizerrijk overal verspreid waren. Joden woonden er sinds Antiochus III den Grooten. Paulus bezocht het land op zijn 2e reis (Act.16.6) en keerde er terug op zijn 3e reis (Act.18.23).

Het Christendom heeft er spoedig ingang gevonden, maar Ph. was later een broeinest van ketterijen.Lit.: W. M. Ramsay, Cities and Bishoprics of Phryria (2 dln. 1895-’97) ; E. Brandenburg, Ph. und seine Stellung im Kleinasiat. Kulturkreis (1907); B. Heigl, Antike Mysterienreligionen (1932). A.v.d. Born.

< >