Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Phons Dusch

betekenis & definitie

Nederlandsch pianist; * 13Juli 1895 te Zutphen; was o.a. een leerling van Evert Comelis, aan wien hij zijn voorliefde voor de moderne Fransche muziek heeft te danken. Bekend waren zijn concerten met Berthe Seroen evenals zijn gemengd koor R.

O. Z., waarmee hij belangrijke eerste uitvoeringen van moderne koorwerken heeft tot stand gebracht.

Sedert 1918 is hij hoofdleeraar voor piano aan de muziekschool en Conservatorium van Toonkunst te Rotterdam. Componeerde o.a. piano werken, kamermuziek, een Mis voor koor en orgel. Reeser Stephan Duschan Tsaar van Servië; ✝ 1355.

Uit vrees voor onterving onttroonde hij zijn vader in 1336, maakte dan Servië tot een machtig bolwerk tegen de steeds driester optredende Turken. Hij is bekend als wetgever door de uitgave van den zgn.

Codex van D. en stierf tijdens de voorbereiding van een aanval op Konstantinopel, dat hij tot de hoofdstad van zijn rijk wilde maken. Wachters Eleonora Duse Ital. actrice; gedoopt 3 Oct. 1859 te Vigevano, ✝ 20 April 1924 te Pittsburg. Zij stamde uit een geslacht van zeer arme, rondtrekkende acteurs.

Twintig jaar oud kreeg zij een engagement aan het Teatro Carignano te Turijn, waar zij onmiddellijk zeer op den voorgrond trad. Onder den invloed van haar omgeving laat haar kunst zich in drie stijlperioden verdeden.

De eerste, in deze jaren vallend, is er een van hevig realisme, waarbij zij zich volkomen liet meesleepen door haar ongebreideld temperament (in stukken van Shakespeare, Goldoni, Dumas fils, Sardou, Sudermann e.a.).In 1894 begon zij haar buitenlandsche toumées, waarbij zij in heel Europa en Amerika ongekende triomfen oogstte. Van grootbelang zou de ontmoeting met Gabriele D’Annunzio blijken (die daarvan een hoogst eenzijdig relaas gaf in zijn roman II fuoco).

Onder diens invloed kwam zij tot de tweede periode van haar kunst, waarin de schoonheid boven alles werd gesteld. Zij speelde toen drama’s van D’Annunzio en Maeterlinck, daarnaast ook Ibsen, dien zij als den grootsten modernen dramaturg beschouwde. In 1907 trok D. zich echter plotseling van het tooneel terug. In 1914 nam zij, die de moeilijkheden en gevaren van het beroep te goed kende, het initiatief tot de stichting van een tehuis voor jonge actrices te Rome. Door het uitbreken van den Wereldoorlog werd echter de uitvoering verhinderd. D. was intusschen meer en meer religieus geworden en, na den oorlog financieel gedwongen opnieuw te spelen, werd het haar ideaal daardoor troost en verlichting aan de menschheid te brengen.

Met dit wederoptreden, in Mei 1921, begon de derde periode, waarin Ibsen, Praga, D’Annunzio e.a. ter opvoering kwamen in een geheel vergeestelijkten stijl. Zij stierf op een tournée door Amerika.

Lit. : Schneider, E. D. (Parijs 1925); E. D. memorie e reliquie (Milaan 1925) ; Bordeaux, E. D. the story of her life (Londen 1925); Antone-Travesi, E. D. sua vita, sue glorie, suo martirio (Pisa 1926) ; D’Amioo, Tramonto del grande attore (Milaan 1929); Reinhard, Das Leben der E. D. (Berlijn 1929); Sibilla Aleramo, E.

D., in L’Italia che scrive (Sept. 1934). v. Thienen Du Sommerard → Sommerard (du).

< >