Joodsch-Hellenistisch wijsgeer en bijbelverklaarder. * Ca. 30 v. Chr. te Alexandrië, ♱ ca. 50 na Chr. aldaar. Ph. wil den godsdienst der Joden met de Grieksche cultuur verbinden. Hij heeft een even onbegrensden eerbied voor de H.
Schrift, wier geopenbaard karakter hij ten volle erkent, als voordewijsg. bespiegeling der Grieken, en is overtuigd, dat tusschen beide geen wezenlijke verschillen bestaan. Om dit aannemelijk te maken, past hij op de H. Schrift een zeer ver gaande en vaak uiterst willekeurige allegorische interpretatie toe.De wijsb. van Ph. is theocentrisch gericht, waarbij hij door Plato, de Stoa, Posidonius en het latere Platonisme is beïnvloed. God is oneindig ver boven de wereld verheven; Zijn wezen is onkenbaar. Om den afstand tusschen God en wereld te overbruggen, worden middenwezens, logoi, aangenomen, waarvan de Logos, Gods eerstgeboren zoon, de voornaamste is. De Logos is het instrument, waardoor God al het andere heeft voortgebracht. In hem is de wereld der logoi, waarin de beteekenis van de Platoonsche ideeën, de Stoïsche logoi spermatikoi, de Neo-Pythagoreïsche daimones en de Oud-Testamentische engelen is terug te vinden. Levensdoel van den mensch is het gelijkworden aan God, waarin hij door den Logos wordt gesteund; om echter de uiteindelijke vereeniging met God te bereiken, moet de mensch den Logos en al het redelijke in zichzelf vaarwel zeggen.
De invloed van Ph. op de Christel, theologie is aanzienlijk geweest; toch staat hij zeer ver van de Chr. gedachten wereld: voor de menschwording van den Logos is in zijn systeem geen plaats.
Werken: wijsg. geschriften : Over de voorzienigheid, Over de onvergankelijkheid van de wereld, Over de vrijheid van den wijze ; historisch-apologetische geschr. ; bijbelcommentaren.
Lit. : E. Bréhier, Les idéés phil. et rel. dc Ph. d’A. (Parijs 21925); J. Heinemann, Ph.’s griech. und jüd. Bildung (Breslau 1932); F. Sassen, Wijsb. der Grieken en Romeinen (21932).
F. Sassen.