Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Petri

betekenis & definitie

Claes Pietersz. , Ned. wiskundige. * Voor 1550 te Deventer, ♱ 1602 te Amsterdam. Schrijver van een herhaaldelijk herdrukt leerboek van rekenkunde en algebra: Practique om te leeren rekenen enz. (Amsterdam 1567).

2° Cunerus, bisschop van Leeuwarden. * Ca. 1530 te Brouwershaven, ♱ 15 Febr. 1580 te Keulen. Doctor in de theologie te Leuven, en 1568 rector van de universiteit. 16 Sept. 1569 werd hij door Pius V tot biss. van Leeuwarden benoemd, waar hij 1 Febr. 1570 zijn intocht hield. Hij trachtte het diocees uit zijn toestand van verval op te heffen (afkondiging van Trente’s besluiten, het houden eener diocesane synode), maar werd tegengewerkt door kloosters, die de hem toegewezen inkomsten niet wilden afstaan, door den aartsdiaken van St. Jan van Utrecht, die zijn jurisdictie in Friesland wilde behouden, door afgezette abten en vooral door de toenemende macht der Calvinisten. Als gevangene van Rennenberg sinds 28 Maart 1578 verbleef hij op het kasteel te Harlingen en in het klooster te Bergum, en vestigde zich na zijn invrijheidstelling te Keulen als prof. in de Schriftuur. Hij werd aldaar in den dom bijgezet. Een lijst van zijn, meest apolog. en theol., geschriften geeft dr. J. de Jong in Nw. Ned. Biogr. Wbk. (V).

Wachters.

3° Henri, violist en componist. * 5 April 1856 te Zeist, ♱ 7 April 1914 te Dresden. Achtereenvolgens concertmeester te Sondershausen, Hannover, Leipzig (Gewandhaus) en Dresden; werd 1912 leeraar aan het conservatorium te Leipzig. Componeerde vioolwerken en liederen; gaf de etudes van Kreutzer opnieuw uit.

Zijn zoon Egon P., * 23 Maart 1881 te Hannover, is een voortreffelijk pianist. Koole.

4° Julius Rich., Berlijnsch bacterioloog. * 1852, ♱ 1921. Naar hem genoemd is de door hem vervaardigde Petrischaal, d.i. een schaal voor het kweeken van bacteriën. Het is een ronde glazen doos met opstaanden rand van ong. 1-2 cm hoog. Als deksel wordt een dgl. doos gebruikt met iets grootere doorsnede.

De een of andere voedingsbodem wordt in een dunne ; laag in de schaal uitgegoten en op dezen voedingsbodem worden de bacteriën gekweekt.

5° (Ook: Petersson) Lars, Zwedens eerste Luth. bisschop (in 1531); broer van 6°. * 1499 te Örebro, ♱ 26 Oct. 1573 te Upsala. Na studies te Wittenberg leeraar te Upsala. Bekend als leider van Gustaaf Wasa’s bijbeluitgave en als opsteller van de nog gevolgde Zweedsche kerkorde.
6° (Ook: Petersson) Ölaus, voornaamste reformator van Zweden; broer van 5°. * 6 Jan. 1493 te Örebro, ♱ 19 April 1552 als eerste geestelijke van Stockholm. Hij was 1631-’33 kanselier van Gustaaf Wasa, die hem in 1540 wegens zgn. hoogverraad ter dood liet veroordeelen, maar begenadigde. Zijn populaire geschriften verbreidden het Lutheranisme en droegen veel bij tot de vorming van een nationale Zweedsche literatuur. Wachters.
7° Suffridus, jurist, classicus, historicus. * 25 Juni 1527 te Leeuwarden, ♱ 23 Jan. 1597 te Keulen. Student tc Leuven (1647), naar Leeuwarden (1553), privaatdocent te Leuven (1556), docent te Erfurt (1557), secretaris en bibliothecaris van Granvelle (1562), sinds 1564 afwisselend te Leuven en in Friesland, 1577 hoogleeraar in de rechten te Keulen. Hij is het meest bekend door zijn geschiedk. arbeid. In zijn „De Frisiorum antiquitate et origine libri tres” (1590) en „De scriptoribus Frisiae decades XVI et semis” (1593) aanvaardt P. nog als hist. feiten allerlei fabelen en opsierselen, die in de latere M.E. en de 16e eeuw geleidelijk wraren ontstaan. In den zooveel critischer Ubbo Emmius zou hij weldra een bestrijder vinden.
J. D. M. Cornelissen.

Lit.: J. Boer, U. Emmius en Oost-Friesland (1935).

< >