1° Carl, Duitsch Afrika-reiziger en kolonisator. * 27 Sept. 1856 te Neuhaus a.d.Elbe, ♱ 10 Sept. 1918 te Harzburg. P. is de grondlegger van het Duitsche koloniale gebied in Oost-Afrika. In 1884 ging hij daar heen en wist er door het sluiten van verdragen met inlandsche vorsten den Duitschen invloed te vestigen, ofschoon hij aanvankelijk niet gesteund werd door de Duitsche regeering. Van 1891-’93 was hij er rijkscommissaris.
In 1889-’90 leidde hij een expeditie ter bevrijding van Emin-Pasja.Voorn. werken: Deutsch-National. Kolonialpolitische Aufsätze (1887) ; Die Deutsche Emin-Pascha Expedition (1891) ; Die Gründung von Deutsch OstAfrika (1906).
Lit.: P. Leutwein, C. P. und seine weltpolitische Bedeutung (1919); id., C. P. (1933). de Visser.
2° C. F., muziekuitgeverij te Leipzig; gesticht in 1800 door F. A. Hoffmeister en A. Kühnel, na 1814 in handen van Carl Fr. Peters (* 1772 te Leipzig, ♱ 20 Nov. 1827 aldaar), en thans van Henri Hinrichsen en diens zoon Max Hinrichsen. Bekend vooral door de voortreffelijke uitg. (sinds 1867) van klassieke, romantische en moderne componisten (Edition Peters) en (sinds 1893) een serie muziek-theoretische werken (Musikbibliothek Peters).
Lit. : Jahrbuch der Musikbibl. P.
3° Mgr. Henricus Hubertus Jacobus, Ned. priester. * 6 Oct. 1806 te Weert, ♱ 7 Nov. 1855 te Rolduc. Eerst kapelaan te Thorn; 1831-’42 leeraar te Rolduc, daarna directeur aldaar. Omstreeks 1840 heeft P. allerlei moeilijkheden moeten overwinnen, toen Rolduc ten bate van het nieuwe apost. vicariaat van Roermond moest losgemaakt worden van het bisdom Luik (zie → Roermond; Rolduc).
de Haas.
Lit. : R. Gorten, Rolduc in woord en beeld (1902).
4° Nicolaes, Minderbroeder, gardiaan, op wiens naam is overgeleverd een bundel Sermoenen, oft Uitlegghingen op alle de Evangeliën vander vasten, waarin het reeds volop „Luthert”. Zoogezegd gedrukt in 1520, zijn ze zeker geantidateerd en is het geheele werk een mystificatie. In 1550 werden ze op den index der Leuvensche univ. geplaatst.
V. Mierlo.
Uitg.: J. C. R. Aequo.v, in: VI. Bibliofilen (1893).