1° François Désiré, Ned. letterkundige. * 25 Oct. 1888 te Amsterdam; aldaar gevestigd als advocaat; maakte zich naam door de wijze, waarop hij in zijn letterkundig werk rechtvaardigheid eischt voor de verdrukten en aandringt op verbetering der rechtspraak in strafzaken. Zijn dichtwerk is onevenwichtig, soms echter raak van typeering. Zijn verhalend proza heeft minder litteraire dan sociale beteekenis. Asselbergs.
Voorn. werken. Poëzie : Verzamelde Gedichten (1928) ; Een dag van leugens (1931). Proza : Boeven en burgers (1921); Ambtsgeheim (1928 ) ; De lachende beklaagde (1930) ; De Madonna van Juan-les-Pins (1934).
2o Henri. * 19 Januari 1890 te Nijvel. In 1913 werd P. benoemd tot bestendig secretaris van het Verbond der Christelijke vakvereenigingen van het arrondissement Nijvel, in 1920 tot alg. secretaris, in 1932 tot voorzitter van het Alg. Christelijk Vakverbond van België. P. is tevens ondervoorzitter van het Internat. Christelijk Vakverbond, en lid van vsch. belangrijke officieele en semi-officieele instellingen. Hij nam deel aan de econ. conferentie van Genua (1922) en was lid van het voorbereidend comité der Internat. Econ. Conferentie van 1927. Jaarlijks woont hij de gewone zittingen bij van de Internat. Arbeidsconferentie te Genève. Hij publiceerde talrijke studiën over sociale en econ. vraagstukken in Belg. en buitenlandsche periodieken. Kuypers.
3o Jan Anton Frans, Zned. dichter en proza-schrijver. * 10 Oct. 1747 te Antwerpen, ♱ 7 Maart 1823 aldaar. Zeer vruchtbare schrijver van godsdienstige en zedenkundige werken. Volledige lijst van al zijn werken, waarvan de letterk. waarde niet bijz. hoog is, in de Biographie nationale.
Lit. : L. Mathot, J. A. F. P. Piet Visser.