Jezuïet, moraaltheoloog. * 1574 te Arzl bij Innsbruck, ✝ 13 Nov. 1635 te Konstanz. L. trad 1594 in de Soc. van Jesus en doceerde 1603-1609 wijsbegeerte te Ingolstadt, 1609-1625 moraaltheologie te München, 1625-1633 Kerkelijk recht te Dillingen. Zijn voornaamste werk, Theologia Moralis, werd door Scheeben vergeleken met de Controversiae van St.
Bellarminus. In de derde uitgave veroordeelde hij zeer beslist de misbruiken in de heksenprocessen. Het traktaat Processus iuridicus contra sagas (Keulen 1629), dat de heksenprocessen begunstigde, werd ten onrechte aan L. toegeschreven.Werken: o. m. Theologia Moralis (5 dln. München 1625; nog dikwijls herdrukt tot in de 18e eeuw); Moralis theologiae repertorium (Dillingen 1627); Pacis compositio inter principes et ordines imperii romani catholicos atque Augustanae confessioni adhaerentes (ibid. 1630); Justa defensio …. in causa monasteriorum exstinctorum (ibid. 1631).
P.Heymeijer.