(Lat. patena of patina; waarsch. <( Gr. patanè = vlakke schaal), schaal in de H. Mis gebruikt, oorspr. om er het brood op te consacreeren, bestemd voor de H. Communie der geloovigen. Deze oude p. was groot, later met de vermindering der H.
Communie der geloovigen (sinds 9e e.) werd zij kleiner en eindigde met alleen gebruikt te worden voor de Hostie van den priester. Heden moet de p. evenals de cuppa van den kelk van goud of verguld zilver zijn. Reeds ca. 700 werd de p. evenals de kelk gewijd door bisschop of abt met Chrismazalving. Zie ook → Discus.Lit.: Braun, Das christl. Altargerat (1932). Louwerse.