Naam van de 19e-eeuwsche Fransche dichtschool, die, in reactie tegen de bontheid en ongebondenheid van het romantisch vormgevoel, den zin voor strenge vormbeheersching verbond met uitgesproken voorkeur voor een objectieve poëzie, in dewelke de al te persoonlijke uitstalling van het diepste gemoedsleven verhuld wordt door sterk plastisch werkende poëtische middelen. De P. vervielen gemakkelijk in gekunsteld maniërisme of in minder genietbare koudheid. Orgaan van de school waren de in afleveringen verschenen drie reeksen van Le Parnasse Contemporain (Parijs, Lemerre, 1866, 1869 en 1876); de voornaamste figuren: Leconte de Lisle, Théophile Gautier, J. M. de Hérédia, Sully Prud’homme en Fr.
Coppée. De kunstbeginselen van de groep werden door Th. de Banville gecodificeerd in zijn Petit Traité de Versification française (1872).Lit.: C. Mendès, La légende du Parnasse contemporain (1884) ; P. Martino, Parnasse et symbolisme (1925) ; A. Thérive, Le Parnasse (1929) ; M. Souriau, Hist. du Parnasse (hoofdwerk ; 1929) ; F. Vincent, Les P. (1933 ; Kath.). Baur.