Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Parlement

betekenis & definitie

(parliamentum, < Fr. parler = spreken),

1° Volksvertegenwoordiging; vroeg-middeleeuwsche uitdrukking voor bespreking, vergadering, spoedig in het bijzonder voor beraadslaging over staatszaken en voor den raad, waarin deze behandeld werden. Tegenwoordig gewone naam voor de volksvertegenwoordigers, in wettige vergadering bijeen. Zie verder → Parlementair stelsel.
2° Gerechtshof, met ook politieke macht, in Frankrijk vóór de Revolutie. Dit is ontstaan doordat Lod. IX een afdeeling van den Kon. Raad te Parijs met de rechtspraak belastte. Sinds 1468 werden de leden voor levenslang benoemd. In den loop der 15e eeuw werden ook in de provincies p. opgericht, in het geheel 12 (o.a. in Normandië, in de Champagne, te Toulouse, enz.). Met het oog op de werkverdeeling was het p. van Parijs verdeeld in meerdere kamers: Grand’ Chambre (ook wel Chambre aux Plaids), Chambre des Enquêtes (onderzoek, getuigenverhoor), Ch. des Requêtes(verzoekschriften);hierbij kwam in de 16e e.La. Tourelle (voor crimineele zaken), aldus genoemd naar het torentje waar vergaderd werd. Op den duur trad het p. van Parijs ook wetgevend (Arrêts de Règlement) en besturend op en verzette zich tegen het opkomend absolutisme door voor zich op te eischen het recht van „remontrance” tegen onwelgevallige regeeringsbesluiten, maar een „lit de justice” dwong het dan tot onderwerping. Onder Hendrik IV kon men zich door de zgn. „Paulette” de erfelijkheid als lid van het p. verzekeren. Zoo ontstond een nieuwe stand, de „noblesse de robe”, in tegenstelling met de „noblesse d’épée”. Richelieu ontnam aan het p. alle politieke bevoegdheid, maar na zijn dood trachtte het door deel te nemen aan de „Fronde” zijn oude rechten te herwinnen. Onder Lodewijk XIV was hier echter geen sprake meer van. Eerst tegen het einde van de regeering van Lodewijk XV trachtte het Parijsche p. op te treden als vertegenwoordiging van het volk, maar het werd in 1771 met alle andere p. door minister Maupeou opgeheven. Lodewijk XVI herstelde de p. weder in hun ouden vorm, maar door den tegenstand, dien zij boden aan alle hervormingsplannen der regeering, verloren zij de sympathie der bevolking en werden in 1790 door de Nationale Vergadering voorgoed ontbonden.

Lit.: R. Holtzmann, Fr. Verfassungsgeschichte (1910); Chénon, Histoire d. droit fr. public et privé (11926). Hermesdorf / Derks.

< >