Onder parapsychologie of metapsychologie verstaat men dien zijtak van de empirische psychologie, welke als voorwerp van studie heeft de zgn. paranormale verschijnselen; dit zijn ongewone verschijnselen als telepathie, helderziendheid, telekinesie e.d. Deze verschijnselen hebben zich door alle eeuwen heen voorgedaan, maar eerst sedert de tweede helft der 19e eeuw zijn zij het object van systematisch wetenschappelijk onderzoek. In 1882 werd de Society for Psychical Research gesticht; in 1920 in Ned. een dgl. genootschap: de Studievereniging voor „Psychical Research”.
Men kan in het groote gebied der p. twee hoofdafdeelingen onderscheiden:
1° Paragnosie, d.i. geestelijke of intellectueele verschijnselen. Kernverschijnselen: helderziendheid in tijd en ruimte; gedachtenlezen; het bewust ervaren, langs niet-zintuigelijken weg, van den toestand, waarin een ander verkeert (telepathie).
2° Parergie
a) Intrasomatische parergie of p., d. i. paranormale veranderingen, welke in het organisme van het medium plaatsvinden. Kernphenomenen zijn: versnelde werking van de natuurlijke geneeskracht; stigmatisatie
b) Extrasomatische parergie, d.i. paranormale werkingen, welke buiten het lichaam van het medium te constateeren zijn of met het lichaam in zijn geheel gebeuren. Kernverschijnselen zijn: het verplaatsen van voorwerpen op afstand en het omhoog bewegen van een lichaam zonder mechanische hulpmiddelen (telekinesie, levitatie).
Het heeft zeer lang geduurd voor men de echtheid van de verschijnselen, welke het object van studie van den parapsycholoog vormen, is gaan erkennen. Het langst is men blijven twijfelen aan het voorkomen der telekinesie (verplaatsing van voorwerpen op afstand op paranormale wijze). Het is zeker, dat er bedriegende mediums zijn en personen, die zich ten onrechte voor medium uitgeven. Het bedrog der mediums en de daartoe gebezigde techniek is een probleem op zichzelf. Onderscheidene bekende mediums hebben hun toevlucht tot bedrog trachten te nemen, toen zij bemerkten, dat hun geschiktheden verminderden. Behalve tegen bedrog heeft de parapsychologische onderzoeker zich ook te wapenen tegen het toeval. Wat betreft de verklaring der echte paranormale verschijnselen, men staat hier nog aan het begin. Algemeen bevredigende verklaringen zijn er nog niet. Het meerendeel der hypothesen zijn werkhypothesen en ten onzent ontwierp G. Heymans een werkhypothese ter verklaring der telepathie.
De studie der p. is lang niet ieders taak. Een grondige psychologische scholing is hier in de eerste plaats vereischt. Helaas bestaat op dit gebied een ontstellend dilettantisme, waartegen niet genoeg gewaarschuwd kan worden. Men hoede zich er voor het werk der dilettanten (openbaringsspiritisten e.d.) te vereenzelvigen met dat der serieuze wetenschappelijke werkers op dit gebied.
Lit. : Dietz, De strijd om de p. (in Tijdschrift voor P., V); de Jong, De P. (1936); Tenhaeff, Over object, methoden, begrippen en hypothesen der p. (in Alg. Ned. Tijdschr. v. Wijsb. en Psychologie, XXVII, 3). Tenhaeff.
De zgn. begeleidende verschijnselen in de mystiek toonen vaak overeenkomst met de parapsychologische. De vraag naar het natuurlijk of bovennatuurlijk karakter van zulke verschijnselen is vaak moeilijk te beantwoorden, doch overigens ook niet van essentieel belang. Zie → Mystiek (sub E).