Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Papiamento

betekenis & definitie

Taal, hoofdzakelijk gesproken door de bevolking van de eil. Curaçao, Aruba en Bonaire. P. komt van het oud-Spaansch werkwoord papear, spreken. Het grootste gedeelte van den woordenschat komt van het Spaansch; het overige deel van het Nederlandsch, enkele woorden herinneren aan het Portugeesch en het Engelsch.

De P.-uitspraak is (ook voor vele woorden van Ned. afkomst) de Spaansche, zij het hier en daar verbasterd.Het P. heeft twee lidwoorden: het bepalend lidw. e = de, en het onbep. lidw. un = een. Beide blijven steeds onveranderd. De meervoudsuitgang bij de zelfstandige naamwoorden is nan. Naamvalsvormen voor de zelfst. nw. bestaan niet. In veel gevallen krijgt het bijvoegelijk nw. den meervoudsuitgang nan; de welluidendheid of de eigenaardige beteekenis beslist, of sommige vóór of achter het zelfst.nw. moeten staan. Dikwijls verandert met die plaatsing de beteekenis geheel. Het werkwoord blijft in alle tijden onveranderd. Enkele tijden worden met het hulpwerkw. ta (= zijn) gevormd. De plaatsing van lo vóór het werkw. geeft het futurum aan. Het verleden deelwoord van den lijdenden vorm wordt gevormd door den klemtoon op de laatste lettergreep te leggen. Op Curaçao verschijnen twee weekbladen in het P.:

1° La Cruz, opgericht 1900; uitgave van de Kath. missie;
2° La Union, opgericht 1922, orgaan van den Curaçaoschen R.K. Volksbond.

fr. Realino.

Lit.: W. M. Hoyer, Woordenlijst en Samenspraak, Holl.-Papiam.-Spaansch (31931); A. Jesurun, Benige beschouwingen over de volkstaal op Cur. (in : Eerste Jaarl. Verslag v. h. Gesch.-, Taal-, Landen Volkenk. Genootschap te Willemstad, Amsterdam 1897); id., Het Papiëmentsch (in : Tweede Jaarl. Verslag enz., 1898); A. v. d. Veen Zeppenfeldt O.P., Prakt. Handl. der Papiamentsche Spraakkunst (1928) ; W. M. Hoyer, Vocabulary and Dialogues English-Papiamento-Dutch (1936).

< >