Enz. (< Gr. pan = alles). Hieronder verstaat men een bij verschillenden verschillend gericht streven naar eenheid tusschen volken of rassen, die om redenen van gemeenschappelijke afkomst, godsdienst, woongebied e.d. aaneensluiting zoeken. Soms willen de deelhebbenden daarbij ieder voor zich hun politieke zelfstandigheid bewaren en is alleen de verdediging van gemeenschappelijke volkseigene, cultureele of economische belangen hun doel; soms streeft de machtigste van een groep naar politieke hegemonie of zelfs naar complete samensmelting in één groot staatsverband. De grenzen zijn vaak moeielijk te trekken.
In het eerste geval kan een dergelijk streven dikwijls gerechtvaardigd zijn; wanneer het echter op politieke verovering uit is, schept het niet alleen oorlogsgevaar, maar verzet zich hier ook tegen: 1° De historische statenvorming, waardoor kleinere groepen van het ras enz. in een vrijen, zelfstandigen staat zijn vereenigd, dien zij tegen de ambitie van het hoofdland willen verdedigen (bijv. Oostenrijk tegen Duitschland);
2° Het feit dat op de peripherie vele rasgenooten of geestverwanten vermengd wonen met andere volken, welke laatste bij doorvoering van het principe tegen hun wil onder vreemde heerschappij zouden geraken.
De voornaamste bewegingen op dit gebied zijn: het Pan-Afrikanisme, dat streeft naar de verdrijving van de Blanken uit het Afrik, vasteland (African National Congres 1912; heeft buiten Britsch Zuid-Afrika nog geen noemenswaardigen invloed); het Pan-Aziatisme, dat onder leiding van Japan de ontvoogding der Aziatische volken van Europeesche overheersching beoogt; hiermee hangt samen het streven in Ned.-Indië naar een Pan-Indonesië; het Pan-Amerikanisme, dat alle Amer. republieken cultureel en economisch wil doen samenwerken en, met behoud van haar onderlinge zelfstandigheid en vrede, haar territoriale souvereiniteit wil beschermen tegenover niet-Amerikaansche machten (vsch. Pan-Amerik. conferenties gehouden, eerste te Washington 1889, laatste te Buenos Aires 1936; vgl. ook → Monroe); het Pan-Islamisme, dat alle Mohammedanen onder één wereldlijk heerscher, den kalief, wil brengen (sinds verdwijning van het → kalifaat sterk verzwakt; Islam-congressen, sindsdien in Mekka en Kaïro gehouden, vonden weinig weerklank; tegenwoordig onder instigatie van Ibn Saoed weer opleving); het Pan-Iberisme in Spanje en Portugal, dat zijn streven naar politieke versmelting vrijwel opgaf en sinds 1900 meer cultureele aaneensluiting zoekt, ook met Zuid-Amerika; de Pan-Scandinavische beweging, vrij sterk in de tweede helft der 19e e., thans doodgeloopen; het Pan-Germanisme onder leiding van Duitschland (→ Annexionisme, 2°); het Pan-Slavisme, sterk onder de tsaren, aanvankelijk na den Wereldoorlog dood, doch onder het Stalinregiem weer oplevend.
Van eenigszins anderen aard is het streven naar een Pan-Europa, dat een meer pacifistisch doel heeft, en geheel iets anders is het → Pan-Babylonisme.
Lit. : artikelenreeks over vele dezer bewegingen door De Schaepdrijver in het Belg. tschr. Streven (jg. 1934 t/m 1936) ; Spence Robertson, History of the Latin American Nations (1932, over Pan-Am.) ; Fischel, Der Pan-Slavismus bis z. Weltkrieg (1919) ; Snouck Hurgronje (in : Verspr. Geschr., I 1923 ; over Pan-Islam.).