(soms geschreven Paloeweh, dikwijls uitgesproken Ploeé, door de bevolking zelf genoemd Roesa Radja, d.w.z. het groote eiland, door de Endeneezen genoemd Poelau Koea en in de boeken der O.I.C. meestal geschreven Palo E), eilandje ten N.van Flores (121°43'0., 8°20'Z.). Het eiland bestaat uit één enkelen vulkaan (875 m), maar wegens de groote diepte van de Floreszee (op die plaats nergens onder 2 000 m) één der machtigste van Indië. De vorm is een afgeknotte kegel; opp. ca. 40 km2. Een zware uitbarsting had plaats in Aug. 1928 (men meende voorheen, dat het een uitgedoofde vulkaan was).
De ca. 5 000 bewoners (zeevaarders en landbouwers) hebben een echt Papoeatype. P. is door zijn isolatie nog een specimen van de oude adat. De missie heeft er nog geen vaste statie, maar wel zijn er al drie scholen en wordt het eiland op geregelde tijden vanuit Maoemere bezocht.v. d. Windt.