1° Bisschop van Hellenopolis (in Bithynië, KI. Azië), kerkelijk schrijver. * Ca. 365, ♱ vóór 431. Hij was zeer bevriend met St. Joannes Chrysostomus en werd zelfs om zijn verdediging van den heilige door het Hof verbannen.
Zijn meest bekende werk is de Historia Lausiaca (opgedragen aan een hofbeambte Lausus) met korte levens van een groot aantal monniken en nonnen vol aardige episoden.Uitg.: Migne Patrol. Graeca (XXXIV, geïnterpoleerd); beter: Butler, The Lausiac history of P. (1904).
Lit.: Bardenhewer, Gesch. altkirchl. Lit. (IV 1924); Lex. Theol. Kirche (VII); Baur, Joann. Chrysost. u. s. Zeit (I 1929). Franses.
2° Heilige, bisschop van Ierland, ♱ 431/32. Voorlooper van den H. Patricius. In 431 door paus Coelestinus I tot missiebisschop gewijd en naar Ierland gezonden. Feestdag 6 Juli.
Lit.: Acta Sanct. (Julii II); Lex. Theol. Kirche (VII).