1° Ital. adellijk geslacht met Orso als stamvader (ca. 1200), waaruit 3 pausen (Coelestinus III, Nicolaas III, Benedictus XIII) en 34 kardinalen stammen. De nog bestaande tak van de hertogen van Gravina treedt sinds 1729 krachtens erfrecht op als rijksvorst en sinds 1735 als pauselijk troonassistent. De O. hadden rijke bezittingen in Umbrië en waren als vurige aanhangers van de partij der Welfen voortdurend in strijd met de Ghibellijnsch gezinde Colonna’s.
Tot de voornaamste leden der familie behooren:
a) Matteo Ross o, ♱ 1246, kardinaal, trad na den dood van paus Gregorius IX als senator van Rome op en voerde als zoodanig het conclave in.
b) Napoleone, * ca. 1263, ♱ 23 Maart 1342 te Avignon, vanaf 1288 kard. onder 7 pausen, wist de macht van het kardinaalscollege uit te breiden en als leider van de Fr. groep der kard. het pausschap steeds meer afhankelijk van Frankrijk te maken (Avignon).
c) Fulvio,* 11 Dec. 1529 te Rome, ♱ 18 Mei 1600 aldaar, als vereerder der Klassieken groot verzamelaar van antiquiteiten en hss. en verzorger van de uitgave van vsch. werken. Zijn boekenschat kwam na zijn dood aan het Vaticaan.
d) Domenico, hertog van Gravina, * 5 Juni 1719, ♱ 1789 te Rome, dreef als kard. (sinds 1743) de opheffing van de Jezuïeten-orde en de keuze van paus Clemens XIV door. Wachters.
Lit.: F. Sansovino, Storia di casa Orsina (Venetië 1565). Een lange lijst geeft Lex. f. Theol. u. Kirche (VII).
2° Felice, Ital. patriot en revolutionnair, vooral bekend om een moordaanslag op Napoleon III. *10 Dec. 1819 te Meldola (prov. Forli), ♱ 13 Maart 1858 te Parijs. Advocaat van beroep. Met drie Ital. vluchtelingen, Pieri, Gomez en Rudio, slingerde hij op 14 Jan. 1858 ’s avonds bommen onder den wagen van Napoleon III en keizerin Eugénie, toen dezen zich naar de Opera begaven. Het keizerspaar bleef ongedeerd; in de menigte werden 10 menschen gedood en ong. 150 gewond. O. werd met Pieri terechtgesteld; zijn testament, onder medeweten van Napoleon III gepubliceerd, maakte indruk op de openbare opinie en was voor Cavour een sterk hulpmiddel om de Fr. regeering tot interventie in Italië over te halen.
Werken: Memoirs and adventures (1857); Memorie politiche (1858); Brieven (1861).
Lit.: R. Caddeo, L’attentato di F. O. (1933) ; C. Gevel, Deux carbonari, Napoléon III et F. O. (1934). Lousse.