Religieuze beweging in het Oude Griekenland, die haar naam ontleende aan den legendarischen Thracischen zanger Orpheus. De grondgedachte van de leer, die in deze religieuze stroomingen tot uitdrukking kwam, was een pessimistische opvatting van het leven, geboren uit een levendig gevoelen van de tegenstelling tusschen de ellendige werkelijkheid en de menschelijke verlangens. De oorzaak dezer ellende zagen ze in het lichaam. Vandaar een ritueel, dat tot reiniging verplichtte, opdat de ziel zich losmake van de bezoedeling van het lichaam.
Die verlossing uit het lichaam bereikte de ziel ten slotte ten koste van allerlei smartelijke lotgevallen en reïncarnaties. De ingewijden leerden, hoe zij aan de gevaren, die de ziel in de onderwereld bedreigen, kunnen ontsnappen. Met deze opvattingen werden elementen uit den eeredienst van Dionysos verbonden. Uit deze beweging ontstond het Orphisme.
Zijn eigen vorm en naam kreeg het waarschijnlijk door het ontstaan eener bijzondere literatuur, bestemd om de leer en de riten samen te vatten en te rechtvaardigen. Dit gebeurde hoogst waarschijnlijk rond de 6e eeuw in Groot-Griekenland. Vandaar kwam het naar Athene en vond verder zijn weg over geheel Griekenland. Zijn predikers gingen rond van streek tot streek en vroegen van hun volgelingen, de Orpheotelesten, een nieuw leven, orphikos bios, dat bestond in de beoefening eener vroomheid en eener ascese, die den Grieken geheel vreemd waren: vóór alles onthouding van vleeschspijzen.
Het dragen van wollen kleederen was verboden, omdat wol van dieren voortkwam. Boonen eten was hetzelfde als de hoofden zijner ouders eten. Het Orphisme had ook een eigen leer, uitgedrukt in theogonische boeken. Het is evenwel niet gemakkelijk deze leer met zekerheid vast te stellen, omdat we niet met zekerheid weten, wat in de zgn.
Orphische Boeken tot het eigenlijke Orphisme behoort en wat latere interpolatie, bijzonder van de neoplatonici, is.Moderne godsdiensthistorici hebben gemeend invloeden van het Orphisme op het Christendom, vooral bij S. Paulus, te kunnen aanwijzen. Er worden verschillende gelijkenissen aangegeven, maar deze verdwijnen alle bij nader toezien in het niet of blijven beperkt tot zulke vage algemeenheden, dat ze niet het minste bewijs voor een historische afhankelijkheid vormen. Zie hiervoor nog → Jesus (sub E: Jesus-Pauluskwestie) en → Mysterie.
Lit.: O. Kern, Fragmenta Orphicorum (1922); A. Faux, L’orphisme et Saint Paul (in: Revue d’Hist. eccl., XXVII, Kath.); M. V. D. Macchioro, From Orpheus to Paul (1930, zeer gewaagde stellingen); P. Boendermaker, Paulus en het Orphisme (1930, Prot., bestrijdt Macchioro) ; B. Heigl, Antike Mysterien-Religionen und Urchristentum (1932, Kath.; zeer goed beknopt overzicht der moderne lit.); O. Kern, Die Griechischen Mysterien-Religionen der klaas. Zeit (1927, rationalist., over het alg. wetensch. betrouwbaar). Bellon.