Photographisch, bij lange belichting, vertoont zich het geheele sterrenbeeld Orion gehuld in een ijle nevelmassa. Onder Orionnevel verstaat men gewoonlijk het sterkst lichtende deel rondom het zgn. door vier sterren gevormde trapezium (Orionis) in de scheede van het Zwaard van Orion, waarvan het helderste deel bekend staat als de Streek van Huygens. Omtrent de schijnbaar chaotische structuur dezer uiterst ijle, in het licht van naburige sterren stralende gasmassa ontbreekt ons nog elke voorstelling. De afstand tot de zon wordt ruw geschat op 1 000 lichtjaren, de radiale snelheid (van ons wèg) bedraagt omtrent 16 km/sec, maar varieert van punt tot punt met ca. 5 km/sec.
De nevel vormt met de meeste heldere sterren van Orion een tezamen bewegende groep. Volgens Lundmark bedraagt de massa minstens 48 maal die onzer zon.Lit.: W. W. Campbell en J. H. Moore, The spectrographic Velocities of the Bright Line Nebulae (in : Publ. Lick Obs., XIII 1918); M. Wolf, The Great Nebulae of ψ Eridani (in: Monthly Not. R.A.S., LXV 1925); Frank E. Ross, Photograph of the Orion Nebulosities (in: Astrophys. Journ., LXV 1927). Stein.