Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Oremus

betekenis & definitie

(Lat., = laat ons bidden), uitnoodiging, welke de priester luidop richt tot de aanwezigen en waarop hij heden onmiddellijk een gebed laat volgen, eveneens luide uitgesproken. Oorspr. volgde eerst een oogenblik van stilte, door allen in gebed doorgebracht; het luide gebed van den priester was hiervan het besluit. In boetetijden werd de uitnoodiging gevolgd door → „Flectamus genua” (— Laat ons knielen), opdat het stille gebed geknield zou worden verricht; vóór het luide gebed van den priester werd dan tot opstaan uitgenoodigd („Levate”). Een en ander ging in het Westen verloren, uitgezonderd op Goeden Vrijdag.

Zie → Orationes sollemnes.Louwerse.

< >