(Ned. recht) is een vorm van bedrog. In het algemeen is het kenmerk van bedrog hierin gelegen, dat iemand door een bedrieglijke handeling zichzelf of een ander een (onrechtmatig vermogensvoordeel verschaft of wil verschaffen. Aan o. maakt zich schuldig hij, die, met het oogmerk om zich of een ander te bevoordeelen door het aannemen van een valschen naam of van eene valsche hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij (door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van eenig goed of tot het aangaan of het teniet doen van een schuld. Bosch van Oud-Amelisweerd.
Vlg. het Belg. recht veronderstelt o. het oogmerk om zich een zaak toe te eigenen, welke aan iemand anders toebehoort. Er is dus geen o., wanneer men iemand anders wil bevoordeelen (W. v. Str. art. 496).