In den ➝ Wereldoorlog te land volgde het O. in belangrijkheid op het ➝ Westfront. De Centralen hadden hier max. 10 millioen man tegen 15 mill. Russen en 1 mill. Roemenen.
De Centralen waren echter tactisch en strategisch beter geschoold, ofschoon het Oostenr.-Hong. leger kampte met interne moeilijkheden door de ca. 10 nationaliteiten (de Slavische elementen liepen soms over). De Russen waren langzaam, de soldaten echter weinig-eischend en taai. Zij hadden ook na groote terreinverliezen nog steeds een onmetelijk achterland, daarom voerden zij de verdediging niet met zoo groote hardnekkigheid. Voor de Centralen daarentegen beteekenden zoowel terreinwinst als uiteindelijke vrede: voedsel en delfstoffen, o.a. graan, petroleum (Roemenië).
De groote beteekenis van het O. was verder, dat zoolang Rusland niet verslagen en tot vrede gedwongen was, de Centralen de handen niet vrij hadden voor het Westfront, waar hun politiek en militair belangrijkste tegenstanders zaten. De Geallieerden stuurden dan ook steeds op gelijktijdige operaties aan O. en Westfront aan, om den vijand uit te putten. Het karakter van den strijd was dat van een bewegingsoorlog, zonder dicht achter elkaar gelegen loopgraafstellingen. Van beide zijden zijn staaltjes van schitterende strategie vertoond.
Bij de Centralen werkte soms het ontbreken van één opperbevel, en de meeningsverschillen tusschen de leiders van O. en Westfront, nadeelig.Operaties: Duitschland wil in zes weken Frankrijk verslaan en dan de hoofdmacht tegen Rusland werpen. Zoolang moeten de Oostenrijkers de Russen tegenhouden. Deze dringen echter sneller op dan verwacht was en de Duitschers moeten te hulp komen. Ondanks de overwinningen van Hindenburg (slag bij ➝ Tannenberg 1914, bij de Masoerische meren 1914 en ’15, zie ➝ Masoeren) dringen de Russen telkens opnieuw op, vooral aan het Oostenr. front („Russ. stoomwals” onder grootvorst Nicolaas 1914, ➝ Broessilow-offensief 1916 en ’17) en houden aldus een aanzienlijke legermacht van de Centralen vast. Wel wordt Hindenburg 29 Aug. 1916 tot opperbevelhebber over alle fronten benoemd en wordt Roemenië, dat zich 27 Aug. 1916 bij de Geallieerden had aangesloten, in een meesterlijken veldtocht door Falkenhayn en Mackensen verslagen, doch pas 9 Febr. 1918 komt een afzonderlijken vrede met Oekraine tot stand. 3 Maart d.a.v. met het door revolutie ondermijnde Rusland en 7 Mei met Roemenië. Voor de Centralen was het toen te laat om nog op het Westfront een overwicht te forceeren. De Oostelijke troepen brachten daarentegen een geest van opstand en tuchteloosheid naar het Westen. Zoo bleef het O. tot het einde toe voor de Centralen fataal.