1° Cornelie van, componiste. * 16 Aug. 1863 te Batavia. Leerlinge van W. F. G.
Nicolai aan het conservatorium te Den Haag, later bij Radecke en Urban te Berlijn.Werken: liederen, pianomuziek, strijkkwartetten, 4 symphonische gedichten, „Konigsidyllen”, symphonie f kl. terts (1900), een oratorium „Das Gelöbnis”.
2° Johannes Jacobus van, Prot. theoloog. * 1 April 1817 te Rotterdam, † 29 Juli 1882 te Wiesbaden. In 1854 hoogleeraar te Utrecht. O. was een zeldzaam kanselredenaar, doch geen oorspronkelijk denker; een aesthetische neiging beheerschte heel zijn persoonlijkheid.
Lit. en opg. v. werken in: Levensberichten van de Mij. der Ned. Letterkunde (1883).