Onderafd. van de afd. ➝ Flores, omvattende het Oosten van het eil. Flores met de eil. Adonare, Solor en Lomblem. Opp. ca. 4000 km2; 131 301 inw. (1930).
Deze onderafd. bestond oudtijds uit 7 zelf besturen de rijken, 1929-’31 successievelijk samengevoegd tot twee groote eenheden, de radjaschappen Larantoeka en Adonare. Deze bestuurseenheden zijn geen geogr. eenheden, omdat elk gebied stukken verstrooid heeft liggen op de vsch. eilanden. Zwaar bereisbaar gebied, niet alleen omdat het terrein bergland is, maar ook omdat het ligt op vier vsch. eilanden. De voornaamste vulkaantoppen op het vasteland van Flores zijn: de dubbel vulkaan Lewotobi, de uitgedoofde Ilimandiri, de nog werkende Lewono, en de machtige Kabalelo.
Op Adonare de Boleng, op Lomblem de Ili Kedang, de Ili Wariran en de Ili Lobalékan. Het Nauw van Larantoeka en Straat Larantoeka, begrensd door de kust van Flores en door de eil. Adonare en Solor, vormen een der beste oorlogshavens der wereld.Deze onderafdeeling, welke ruim 60 000 Katholieken telt, is tevens de bakermat van de zoo bloeiende Floresmissie. Historisch zeer gewichtig, omdat Solor nog de ruïnen van het oude fort der Dominicaner Solormissie bergt; Flores, omdat het in Larantoeka de oudste statie der missie heeft, waar talrijke Portugeesche herinneringen vergane glorie levend houden, waar ook het volk nog altijd in de religieus-Portug. mentaliteit leeft en in zijn missionarissen nog altijd de oude „padri ’s” vereert. Ook de Maleische taal van Larantoeka draagt nog kennelijk den Portug. inslag, die wel het aanzienlijkst is in de oude Confreria’s, broederschappen, die ten tijde van priesternood het Kath. geloof in Larantoeka hebben bewaard.
Het Larantoeka-Solorgebied is het gebied der martelaren, die vielen ten tijde der Javaansche en Mohamm. vervolgingen tusschen 1560 en 1638 en gedurende de verdrukking der Oost-Indische Compagnie. Vgl. het artikel ➝ Larantoeka. Lit.: Bierman, Die alte Dominikanermission auf den Solorinseln (1924, in: Ztschr. f. Missionswiss.); Rouffaer, Chronologie der Dominikanermissie op Solor en Flores (in: Ned.-Indië, Oud en Nieuw, VIII, 204, 256).
v. d. Windt.