(landb.) heeft ten doel het los maken van den ondergrond om vaste lagen te breken zonder dezen (dooden grond) boven te brengen. Daardoor wordt de ondergrond beter doorlatend voor water en lucht en kunnen de planten dieper wortelen, wat o.a. tot gunstig gevolg heeft, dat de planten in tijden van droogte minder gauw onder vochtgebrek lijden. Om een tijdige aansluiting van den losgemaakten ondergrond aan de bouwvoor te verkrijgen, moet de o. bij voorkeur tijdig voor het zaaien der gewassen geschieden, liefst in den herfst. Voor de ondergrondbewerking wordt de ondergrondploeg gebruikt (→Ploeg).
Dewez.