(Lat.) = Diegene heeft alle punten behaald, die het nuttige met het aangename heeft gemengd (= vereenigd), d.w.z. zoo iemand heeft den algemeenen bijval. Horatius, Ars Poëtica, 343. Gewoonlijk worden slechts de twee laatste woorden geciteerd; ook als naam voor vereenigingen e.d. gekozen. Horatius kan het ontleend hebben aan Polybius, 1, 4 of aan Plutarchus (Quomodo adulescens poetas audire debeat, 16A).
Het „punten behalen” slaat op de Romeinsche gewoonte, om bij de verkiezingen der comitia centuriata in het ambtshuis der censoren, het stemmenaantal op wastafeltjes door punten weer te geven en op te tellen. C. Brouwer.