1° Een in de scheikunde veel toegepaste bewerking om stoffen zuiver te krijgen; komt neer op het laten verdampen, gewoonlijk gevolgd door afkoelen, van een oplossing van de onderhavige stof, waardoor deze uitkristalliseert, terwijl de onzuiverheden in de oplossing (moederloog) achterblijven. De kristallen sluiten echter steeds moederloog in, zoodat de bewerking herhaald moet worden. Bijz. behandeling vereischt het geval, dat een onzuiverheid met de stof in kwestie mengkristallen vormt; men moet dan de kristallen, naarmate zij zich vormen, uit de vloeistof verwijderen, en met deze fracties de bewerking herhalen (gefractionneerde kristallisatie).
In wezen hetzelfde als o. is het laten af koelen van de gesmolten stof, tot zij bijna geheel vast geworden is, en het wegschenken van de laatste rest van het gesmoltene. Gewoonlijk heet dit echter omsmelt e n. Zernike.
2° In de geologie bedoelt men met o. de vorming van grootere kristallen uit kleinere (Sammelkristallisation), ten deele ook de onderlinge reacties in vaste phase, waardoor een gesteente → metamorph wordt.