Oud-Grieksch cultuscentrum van Zeus en Hera in het dal van den Alpheus in den Peloponnesus. Het uitgebreide complex van tempels en andere bouwwerken werd door Curtius e.a. 1875-’81 opgegraven. De zgn. Altis of het heilige woud was in klassiek Griekschen tijd een onregelmatige rechthoek van ca. 160 X 200 m.
In het Z. van de Altis stond de heilige olijfboom, waarvan men de takken sneed voor de overwinningskransen bij de → Olympische spelen. Het middelpunt vormde de ca. 460 v. Chr. gebouwde Dorische tempel van den Olympischen Zeus met het beroemde chryselephantinen Zeusbeeld, vervaardigd door Phidias. Meer Noordwaarts lag het zgn.
Heraeum, een van de oudste Dorische tempels, waarin o.a. het Hermesbeeld van Praxiteles stond. Tusschen beide tempels het Pelopion, het graf van den legendarischen held Pelops. Verder bevatte de Altis het prytaneum voor eeremaaltijden van de overwinnaars der spelen, een exedra van Herodes Atticus, vsch. „schatkamers”, een Metroon, waar de godenmoeder Cybele vereerd werd, een Echohal, altaren en wijgeschenken. Buiten de ommuring o.a. een palaestra, bouleuterium, een 214 m lang stadion voor de spelen.
W. Vermeulen.Lit. : E. Curtius en Fr. Adler, Olympia (5 dln. 1890’97); Gardiner, O. lts history and remains (1925).