Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Oeverzwaluw

betekenis & definitie

(Riparia of Clavicola riparia), de kleinste der zwaluwen; behoort tot de fam. der zangvogels. Gewestelijke namen: aard- en dijkzwaluw.

Kop en bovenzijde aardkleurig; onderzijde wit, bruine borstband. Korte pooten.

Graaft een ca. 1 m diep hol, eindigend in een wijdere nestkom, in zandig leemige rivieroevers of zandafgravingen. Leeft in kolonies.

Voedsel: insecten. Als bijna alle holenbroeders legt de o. witte eieren.

De o. is een zomergast (midden April tot Aug.). Bernink.

< >