Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Öland

betekenis & definitie

Eiland ten O. van Zweden, 150 km lang, 1 340 km2 groot met ca. 27 300 bewoners. Ö. bestaat uit Silurischen kalksteen. In het W. ligt een kustvlakte met veel landbouwdorpen en met de hoofdstad Borgholm, dan volgen de West-Landborgar, kalkrotsen in N.-Z. richting, waarvan het hoogste punt 52 m is, in het Oosten liggen de Oost-Landborgar, kalkrotsen en duinen en tusschen beide ligt een laag plateau met bosschen, heiden en karst.

Schapenteelt, fr. Stanislaus.

< >