In electro-techniek en werktuigbouwkunde bij een krachtopwekkende machine het gedeelte van den door de machine verrichten arbeid, dat nuttig besteed kan worden; alzoo de totale verrichte arbeid, verminderd met den arbeid noodig voor het overwinnen der wrijvingen, weerstanden enz. in de machine zelf, of m. a. w. de arbeid, die aan de as of bij de riemschijf beschikbaar komt. Bij een dynamo bestaat de inwendige arbeid in hoofdzaak uit inwendige electrische weerstanden, bij stoommachines, benzine- en oliemotoren uit wrijvingsverliezen.
Metz.