Een genus van de fam. der Protozoa, orde der Foraminiferen, die in het Tertiair een enorme ontwikkeling heeft gekend. Nog één soort is recent (C. cummingi), leeft in de littorale zone van tropische zeeën.
Volgens het prioriteitsbeginsel is de officieele naam van dit genus: Camerina; deze naam is door Nummulietenkalk uit de Pyreneeën. Bruière in 1792 ingevoerd, doch Nummulites is de meer ingeburgerde naam.
Het dankt dezen naam aan zijn uitwendigen vorm, die aan een penning (Lat. nummulum) doet denken. De afmetingen van dit lensvormige kalkhuisje zijn zeer verschillend; het varieert van microscopisch klein tot 10 à 15 cm.
Het huisje is door vsch. Windingen en dwarsschotten in vele kamertjes verdeeld.
Het schaaloppervlak kan op verschillende wijze versierd zijn: met korrels, netwerk, papillen of strepen; alnaargelang daarvan deelt men de N. in in: Striatae, Sinuatae, Reticulatae en Pustulosa. Dank snelle evolutie en groote verbreiding zijn de N. goede gidsfossielen.
Ze worden over de heele wereld veelvuldig in Tertiaire gesteenten aangetroffen. Het Eoceen in Europa wordt met behulp van de N. in verschillende étages ingedeeld; vandaar de naam Nummuliticum voor het Eoceen in W.
Europa. Zie ook de afb.
Bij → Foraminiferen.Lit.: A. Liebus, Die fossilen Foraminiferen (1931); W. Doornink, Tertiary Nummulitidae from Java (1932): J. J. Galloway, A manuel of Foraminifera (1933); J. A. Cushman, Foraminifera, Their classification and economie use (21935).
v. d. Geyn.