Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Nord

betekenis & definitie

Dept. in Noord-Frankrijk; opp. 5774 km2, ca. 2.030.000 inw.; hoofdstad Rijsel (Lille). Meest laagland, doorsneden door Samber en Schelde.

Veel landbouw (tarwe, haver, suikerbieten, aardappelen, oliezaden enz.) en veeteelt. Veel landbouwindustrie (suiker, bier, azijn, boter, kaas).

Zeer belangrijk steenkoolgebied. In verband hiermede en met het goede waterverkeer een drukke industrie: ijzer, staal, textiel, glas, leer.

Vele buitenlandsche arbeiders (Belgen, Polen, Russen, Italianen). Heere.Lit.: Lemay en Robijn, Le Nord (Parijs 1926); Lorbert, La France au Travail. La région du N. (1927); A. Demangeon, La Picardie et les régions voisines (1905).

< >