Ned. letterkundige. * 30 April 1882 te Terhorne (Friesland). Aanvankelijk dienstmeisje, later onderwijzeres, wijdde zich op lateren leeftijd aan de letterkunde, werd ontdekt en zeer geprezen door Albert Verwey.
Haar proza en poëzie kenmerkt zich door een sterk ingetoomde rhythmiek, die de lectuur vertraagt, maar den lezer dwingt tot bezinning op de eenvoudige gegevens van het verhaalde. Een zekere symboliek ligt vaak ten grondslag aan haar visie op natuur en leven.Voorn. werken: Santos en Lypra (1906); Amanië en Brodo (1908); Poëzie (1919), Friesch Dorpsleven 1921); Naar het onzichtbare (1929); De Uitvinder (1932) . Asselbergs.