(geneesk.), zenuwontsteking, nl. van de zenuwvezels (neuritis parenchymatosa) of van het interstitieele bindweefsel (neuritis interstitialis). Mono-neuritiden (d.w.z. in één zenuwstam) komen voor door locale verwonding, als beroepsneuritis, door infectieuze processen e.d.
Infecties veroorzaken ook vaak polyneuritiden, die ook epidemisch kunnen optreden (bijv. na diphtherie). Een opstijgende vorm der polyneuritiden is door Landry beschreven.
Ook bij beri-beri, lepra, suikerziekte en carcinoom, alsook door vergiftiging, bijv. door lood, arsenicum, kwik, e.a., komen typische n. voor met een eigen uitbreiding der storingen. Naast sensibele prikkeling (pijnen) en uitvalverschijnselen (doofheid, paraesthesieën) worden ook bij aandoening der motorische zenuwen verlammingen resp. paresen waargenomen.