Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Neuchatel

betekenis & definitie

1° Zwitsersch kanton. Opp. 800 km2; ca. 125 000 inw., waarvan 84,5% Fransch, 13% Duitsch, 2,5% Ital. spreken; 14% Kath.

De Jura loopt er dwars doorheen langs den oever van het Meer van N. Twee overlangsche dalen: Val de Travers en Val de Ruz.

De Val de Travers ligt te midden van de Chasseronketen. In het W. deelt het dal zich nog weer in een deel, dat naar Pontarlier, en een ander, dat naar St.

Croix leidt. Er door stroomt de Areuse, die in het N.O. een kloof in de afdammende riedel heeft geslepen.

De spoorweg heeft van dezen voornamen weg O.-W. door de Jura gebruik gemaakt voor aanleg van de lijn naar Parijs. De Val de Ruz is een zandsteenmulde in de kalkketens van de Jura.

Zij heeft een dubbele afwatering in de Seyon (bovengronds) en in de bron van Serrière (lager dalniveau). Naar het W. ontsluit de vallei den toegang tot de hoogvlakte van La Chaux de Fonds, wel „Les Montagnes” genaamd.

Vele karstverschijnselen treden in dit deel op.

Hier is het centrum der Zwitsersche horloge-industrie gelegen (La Chaux de Fonds en Le Locle).

Deze industrie heeft groote beteekenis voor de ontwikkeling van het gebied gehad. Daarnaast zijn landbouw en veeteelt voor het kanton nog van belang, evenals electr. apparaten.

Bouw- en weiland 70%; wijngaarden 1,5%; bosch 25%. Men maakt nog wel eens de volgende verdeeling: wijngebied op 432-700 m hoogte; akker- en weiland 700-900 m; bosch en woeste grond boven 900 m.2° Hoofdplaats van het gelijknamige kanton, gelegen aan het Meer van N. Ca. 23 000 inw. (15% Kath.; 80% Fransch-sprekend). Gedeeltelijk op de drooggemaakte bedding van de Seyon amphitheaters-gewijze gebouwd. Sinds 1909 universiteitsstad. Slot uit de 17e eeuw.
3° Meer van N., gelegen aan den voet van de Jura. Opp. 240 km2. Diepte tot 153 m.

< >