(Gr. myth.), zoon van de koningin van Pylos en Neleus, bekend onder de Grieken, die Troje belegerden, wegens zijn wijsheid en welsprekendheid. Hij had toen al twee menschengeslachten voorbij zien gaan en was een eerbiedwaardige grijsaard.
Zijn zonen waren Antilochus en Pesistratus. N. en deze zonen spelen een rol in de Homerische gedichten.