noemt men de uitscheidingsorganen bij de ringwormen, waarvan er in elk segment een paar voorkomen. Elk n. begint met een trechtervormige verwijding en zet zich in een sterk gekronkeld kanaaltje voort.
Van binnen zijn trechtertje en gewonden kanaaltje met trilhaarepitheel bekleed om de doorstrooming der vloeistof te bevorderen. Het kanaaltje doorboort het tusschenschot van het volgend segment, bezit aan het einde een verzamelblaasje en opent vervolgens aan de buikzijde naar buiten.L. Willems.