is een manier van ➝ geboortebeperking. In tegenstelling met ➝ Malthus, die een voorstander was van geboortebeperking door onthouding, propageeren de neo-Malthusianen geboortebeperking met behoud van geslachtelijken omgang, door gebruik van zgn. neo-Malthusiaansche middelen, die de natuurlijke uitwerking der gemeenschap, de bevruchting, verhinderen.
N. is groot zedelijk kwaad, omdat het een daad, die van nature bestemd is om een groot menschelijk goed te bereiken (de voortplanting van het leven in een nieuw individu), zoo misvormt, dat zij dit doel niet kan bereiken. Het is in zich en dus altijd kwaad. Geen enkele reden, hoe gewichtig ook, kan N. ooit geoorloofd maken. Ook al is de mensch niet verplicht een daad te stellen, waardoor het menschelijk leven wordt voortgeplant, Als hij de daad stelt, is hij verplicht haar goed te stellen. Het kwaad van het N. is dus niet, dat er geen kind wordt voortgebracht, maar dat de natuurlijke daad misvormd wordt. Zooals ook het kwaad van kindermoord niet hierin bestaat, dat bepaalde menschen nu een kind minder hebben; dit zouden ze ook hebben, als zij ten gevolge van onthouding dit kind niet hadden voortgebracht en dan was er geen kwaad geschied, ofschoon het gevolg hetzelfde is. Het kwaad ligt in de wijze waarop; in de slechte daad, waarmee het gevolg bereikt wordt: een vergrijp tegen het leven.
Het leergezag der Kath. Kerk heeft meermalen het N. als groot zedelijk kwaad veroordeeld; het meest nadrukkelijk in de huwelijks-encycliek van Pius XI.
N. is een ramp voor het volk. De zgn. wetenschappelijke grond voor N., gevaar voor overbevolking, wordt niet meer aanvaard. In den regel wordt het kwaad gedaan om zich persoonlijk aan de lasten en zorgen van een talrijk kroost te onttrekken en toch de lusten van het huwelijk te hebben. Geboortebeperking kan om gewichtige redenen wel eens geoorloofd zijn, soms zelfs verplicht; maar dan mag men nog niet ieder middel, ook het zedelijk slechte, gebruiken. ➝ Geboortebeperking.
Lit.: encycl. Casti Connubii; Forstmann-Ausems, Het N. (1911); Greidanus, De leer van Malthus een leugen (1904); Deelen, Van man en vrouw (1932); Ten Have, De onvoorwaardelijke innerlijke boosheid van het N. (1920); Nuyens, Malthus’ leer en haar misdadige toepassing Bender.
In medisch opzicht kan neo-Malthusianisme onder vele vormen plaatsvinden. Het is niet juist te meenen, dat de toepassing van neo-Malthusiaansche middelen kenmerkend is; ontijdig afbreken van de geslachtsdaad is ook N. Al blijkt de schadelijkheid voor de gezondheid niet uit de neo-Malthus. daad direct, op den duur voert het N. tot velerlei en ernstige stoornissen. Zenuwlijden, tot zware melancholie en levensmoeheid toe, is het gevolg, terwijl het volledige huwelijksgeluk ontbreekt. Verwoestend werkt het wegvallen van het offer der onthouding, waardoor de onderlinge hoogachting en liefde verloren gaan. Behalve deze geestelijke stoornissen zijn ook lichamelijke stoornissen het gevolg, met name bij de vrouw, terwijl de fijnere samenwerking der verschillende organen schade lijdt;
o.a. is onvruchtbaarheid waargenomen. De kinderloosheid ten gevolge van N. wreekt zich vaak later op het schijnbaar verkregen huwelijksgeluk, terwijl de gewenschte kinderbeperking gewoonlijk niet bevorderlijk is voor een volmaakt gezonde opvoeding van de verkregen kinderen. Ten slotte bevordert N. het buitenechtelijk geslachtsverkeer.
J. Deelen.