Onder dezen naam (een vinding van ➝ Troeltsch) verstaat men die richting, die met name door den arbeid van ➝ Kuyper en ➝ Bavinck geleid heeft tot een verjonging en vernieuwing van het oude Calvinisme. De oude gedachten van Calvijn werden „aangepast” door er nieuwe dingen aan toe te voegen en ook op wijsgeerige en wetenschappelijke gronden voor de Calvinistische waarheid te strijden (tegenw. o.a. door Vollenhove, Dooyeweerd, Waterink e.a.).
Hylkema beweert, dat aan het oude Calvinisme de supranaturalistische, aan het N.-C. de naturalistische wereldbeschouwing ten grondslag ligt. De Neo-Calvinisten beweren echter, dat het Calvinisme van dezen tijd in nieuwe vormen optreedt, en rekening houdt met de ontwikkeling der wetenschap en speciaal van de wijsbegeerte, maar dat het principieel hetzelfde Calvinisme is als in de dagen der Reformatie.Lit.: C.B. Hylkema, Oud en Nieuw Calvinisme; K. Dijk, in: Christ. Encyclop. (s.v.); J. Lammertse Lz., Calvijn en Calvinisme.
Lammertse.