Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Nanking

betekenis & definitie

(Chineesch, = Hoofdstad van het Zuiden), hoofdstad van China en tevens van de prov. Kiangsoe (VII 384 G 4-5); ca. 650 000 inw.

N. ligt in een vlakte aan den Zuidoever van de Jang-tse-kiang, ca. 400 km van de monding verwijderd, maar nog voor kleinere zeeschepen bereikbaar. N. is een belangrijke handelsstad met een spoorwegverbinding naar Sjanghai.

Invoer: wol, katoen, suiker, sigaren, petroleum; uitvoer: zijde, huiden, aardnoten, sesam, boonen. De industrie ging achteruit: zijde, brokaat, porselein, cement.

N. werd in 1899 voor de vreemdelingen geopend. Het is een bekend centrum voor boekdrukkerij, wetenschap (rijksuniversiteit, universiteit der Amerikaansche zending), musea, meteorologisch instituut, vliegveld.

De centrale regeering en de voornaamste bestimrsorganen zijn er gevestigd, maar de meeste gezanten wonen nog in Peking.N. werd het eerst genoemd in de 3e eeuw v. Chr. en was herhaaldelijk hoofdstad van een rijk. De eerste Ming-keizers, die er tot 1421 regeerden, gaven het den naam Nanking (Zuidelijke hoofdstad). Van 1853 tot 1864 was de stad het centrum van den Tai-pingopstand. In 1927 werd de stad veroverd door de troepen van de Koeo-min-tang, die ook de rest van het land onderwierpen en N. tot rijkshoofdstad maakten. De vrede van N. in 1842 maakte een einde aan den opiumoorlog.

Lit. : Schmithenner, Chinesische Landschaften und stadte (1925). Heere.

< >