Gem. in het Z.O. van de prov. Henegouwen (XIII 176 E5); opp. 1 947 ha, ca. 2 600 inw. (vnl.
Kath.); heuvelachtige en beboschte omgeving; landbouw, zandgroeven, veldovens, houthandel; bezienswaardige kerk. N. is een oude heerlijkheid, die aan het prinsbisdom Luik toebehoorde.