Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Naamdag

betekenis & definitie

Naamfeest, kerkelijke vierdag van de(n) → patroonsheilige van iemand, die dan ook zelf daarbij wordt gelukgewenscht; oud gebruik (in Limburg genoemd „zijn Mei” vieren), vnl. in niet-Katholieke streken vervangen door de viering van den verjaardag der geboorte.

< >