Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Naaldwijk

betekenis & definitie

Gem. in de prov. Zuid-Holland in het centrum van Westland, gelegen aan de tramlijn Den Haag—Maassluis.

Omvat de dorpen N., Honselersdijk en Maasdijk. Opp. 2677 ha; ca. 12.000 inw. (waarvan 60% Prot. en 38% Kath.).

Oudtijds een belangrijke heerlijkheid, reeds in de 12e eeuw genoemd. Zeeklei met in het W. den geestgrond.

Voornaamste bron van bestaan is tuinbouw: groenten, druiven, tomaten en bloemisterij, vooral in kassen. Tuinbouwgrond 1270 ha, waarvan 340 ha onder glas.

Er zijn drie coöperatieve groenten- en fruitveilingen. Standplaats rijkstuinbouwconsulent, rijkstuinbouwwinterschool en proeftuin voor het Z.

Holl. glasdistrict. Handel in bouwstoffen voor de kassen, als glas en stopverf.v. Frankenhuysen.

< >