1° Christopher Darlington, Amer. romanschrijver, dichter en essayist. * 1890 te Haverford (Pensylvanië). Zijn verzen, tooneelspelen en essays geven alle blijk van zijn bijzonderen kijk op het leven en de maatschappij; steeds geestig, soms, jammer genoeg, al te gewaagd, weet hij de onzinnigheid aan te toonen van tal van instellingen en de feitelijke abnormaliteit van de normale gedragingen van den gemiddelden mensch; vooral zijn prozawerk ontleent aan die oorspronkelijkheid vaak een wezenlijk poëtische waarde.
Voorn. werken: gedichten : The Bowling Green (1924); Toulemonde (1928). Spelen: One-Act Plays (1924); Good Theatre (1926). Romans en verhalen: Where the Blue begins (1922); Thunder on the Left (1925); The Arrow (1927) ; Swiss Family Manhattan (1932). Essays : Mirce Pie (1919); Modern Essays (1921 en ’24); Forty-four essays (1925); The Seacoast ol Bohemia (1929). J. Panhuijsen
2° Thomas, Eng. madrigalen-componist, muziek-theoreticus. * 1557, ✝ 1603 te Londen. Leerling van Byrd, organist aan de St. Paul, sinds 1592 zanger bij de Kon. kapel. Hoewel onder invloed van de Ital. madrigaalcomponisten, behoudt M. een eigen stijl.
Werken: canzonetten, madrigalen, enz.; klavierwerken (in Fitzwilliam-Virginal Book).
Lit. : O. Becker, Die engl. Madrigalisten William Byrd, Th. M. and John Dowland (1901); E. Fellowes, The Engl. Madrigal Composers (1921). Piscaer