Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Monumentenzorg

betekenis & definitie

De zorg voor het behoud van waardevolle architectonische of stedebouwkundige monumenten in den ruimsten zin.

De m. kan bedreven worden door particulieren, waarvan de betreffende eigenaren op de eerste plaats komen of behoorden te komen. Daarnaast zijn evenwel vele vereenigingen en andere lichamen werkzaam. In Ned. o.a. de Oudheidkundige Bond, de Bond Heemschut, de Ver. Hendrick de ➝ Keyser, de Ver. de Holl. Molen, vele provinciale of plaatselijke vereenigingen, stichtingen, instituten, enz., welke een belangrijke opvoedende werkzaamheid verrichten, doch daarnaast daadwerkelijk monumenten voor den ondergang behoeden, door aankoop, subsidie en anderszins.

Daarnaast valt aan de overheid nog een zeer belangrijke taak toe. In Ned. kan zij daartoe helaas niet steunen op een monumentenwet (welke wel in vergevorderden staat van voorbereiding heeft verkeerd), zooals deze in de meeste andere landen (in Frankrijk al meer dan een eeuw) wél van kracht is. Deze leemte is in sommige gemeenten ondervangen door een monumentenverordening met bijbehoorende monumentenlijst: een op deze lijst voorkomend bouwwerk mag niet worden veranderd zonder toestemming van B. en W., die daartoe eerst deskundig advies inwinnen. De werking van deze verordeningen blijft beperkt tot een betrekkelijk klein getal gemeenten, en is daardoor onvoldoende.

Het Rijk heeft ingesteld een Commissie voor de monumentenzorg, die tweeërlei werk verricht, betreffende: a) de inventarisatie en

b) de restauratie en het onderhoud.

Voor het eerste doel worden alle waardevolle Ned. bouwwerken (gesticht vóór 1850) opgemeten en in teekening gebracht en gaandeweg gepubliceerd (een aantal deelen, alsmede een volledige „Voorloopige Lijst” zijn reeds verschenen) waardoor een betrouwbare, beredeneerde inventaris van het geheele monumentenbezit tot stand komt. Het tweede doel, restauratie en onderhoud, wordt gediend door het geven van (gratis) advies aan eigenaren, betreffende de wijze van verbouwen en restaureeren (➝ Restauratie) en door het uitbrengen van advies aan den minister over het verleenen van subsidie (waaraan zekere voorwaarden verbonden zijn) aan eigenaren, die tot restauratie denken over te gaan. De aan een en ander verbonden werkzaamheden worden verricht door het bureau der commissie te Den Haag.

v. Embden.

België kent sinds 7 Aug. 1931 een wet op het behoud van monumenten en landschappen. Op voorstel, hetzij van de Kon. commissie voor monumenten en landschappen, hetzij van het college van burgemeester en schepenen van de gem., waar zij gelegen zijn, worden de monumenten en gebouwen, waarvan het behoud, in hist., artistiek of wetensch. opzicht, van nationaal belang is, in hun geheel of gedeeltelijk gerangschikt bij K. B. en onder bescherming van den staat gesteld. De K. B. worden genomen na beraadslaging in den ministerraad. Wanneer werken van onderhoud, versteviging of herstel noodig worden om de gerangschikte gebouwen of monumenten te bewaren, verleenen de staat, de betrokken prov. en de betrokken gem. hun bijdrage in de kosten dezer werken.

De bijdrage van den staat mag in beginsel niet lager zijn dan die van de gemeente. De eigenaar van een gerangschikt monument of gebouw mag er geen verandering van blijvenden aard aanbrengen zonder daarvoor toelating ontvangen te hebben bij K. B. De koning mag ook op aanvraag of na advies van de kon. commissie machtiging verleenen tot onteigening ten alg. nutte hetzij door den staat, hetzij door de gemeente.

De landschappen, waarvan het behoud in hist., aesthetisch of wetensch. opzicht van nationaal belang is, zijn eveneens beschermd en gerangschikt, na een onderzoek door de Kon. commissie voor monumenten en landschappen, aangevuld door zekere raadgevende leden. Het K. B. van rangschikking somt de beperkingen op van de rechten der eigenaars. Deze, evenals de overige belanghebbenden, kunnen aanspraak maken op een vergoeding ten laste van den staat voor het nadeel, dat hun wordt berokkend door de beperkingen van hun recht. Wanneer de dienstbaarheid, die aldus op het goed gelegd wordt, voor dit laatste een waardevermindering veroorzaakt, die hooger is dan de helft der veilwaarde, dan kan de eigenaar den gedwongen aankoop door den staat eischen.

Verder voorziet de wet van 7 Aug. 1931 een reeks strafmaatregelen, alsook het verbod van reclameborden of gelijk welke publiciteit aan te brengen op een gerangschikt monument of gebouw en in een gerangschikt landschap.

Rondou.

< >