Gem. in de prov. Utrecht aan den gekanaliseerden Holl.
IJsel; omvat uitsluitend het oude stadje. Opp. 145 ha, ruim 2 000 inw. (72 % Kath., 22 % Ned.
Herv. en 5 % Geref.). Grond hoofdzakelijk rivierklei, verder wat laagveen; er is landbouw, veeteelt, industrie (carosseriefabriek en steenindustrie), winkelwezen en handel.
De stad strekt zich uit tusschen den IJsel en het oude Slot, waarvan alleen het poortgebouw bleef gespaard (thans tuchtschool voor meisjes). Het raadhuis bevat enkele schilderijen; er is ook een Oudheidkamer (meubels, porcelein, houtsnijwerk, enz.).
M. bezit verder nog de Commanderije van St. Jan met een bekende kruisgang en verder een Ned.
Herv. kerk uit de 15e eeuw (driebeukige, baksteenen kruiskerk) met tal van bezienswaardigheden; de Kath. kerk (St. Jan de Dooper) uit 1925, arch.
Wolter te Riele, bezit een eiken Madonnabeeld uit de M.E. Dit beeld zou na den Beeldenstorm verdwenen zijn en in de omgeving van Oudewater in een sloot zijn teruggevonden.
Akveld.Geschiedenis Montfoort dankt zijn ontstaan aan het kasteel, dat de Utrechtsche bisschop Godfried van Rhenen ca. 1170 aan den linkeroever van den Ouden IJsel bouwde, een der vier sloten, die het Sticht tegen de strooptochten der Hollanders moesten beveiligen. De naam Mons fortis (= sterke berg) zal wel zinspelen op de hoogte en den omvang van het in het vlakke land oprijzende slot. Het was toevertrouwd aan burggraven of kasteleins. Het geslacht der burggraven of heeren van M. ontleent er zijn naam aan.
In de M.E. werd het stadje, dat mettertijd als vijfde en laatste onder de stemhebbende steden deel uitmaakte van de Staten van Utrecht, herhaaldelijk belegerd. In Juni 1672 werd het door de Franschen bezet, die bij hun vertrek in Oct. van dat jaar het slot in de lucht deden springen. Slechts het poortgebouw is gespaard gebleven. De Maltezerorde bezat te M. een commanderij, die onder de Balije van Utrecht ressorteerde. Het stadsbestuur bestond uit twee colleges: de vroedschap, bestaande uit schout, oude en regeerende burgemeesters en schepenen, in 1708 beperkt tot 12 leden, en de Wet of het Gerecht, dat uit den schout, de twee burgemeesters en zeven schepenen was samengesteld.
Lit.: Tegenw. Staat [XXII (XII) Amsterdam 1772, 99]; R. Fruin Th. Az. en A. Ie Cosquino de Bussy, Catalogus v. h. Archief der Heeren v.
M. (1920); L. J. v. d. Heyden, De parochie v. d. H. Joh. den Dooper te M. (1934). v. Campen