Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Monomoleculaire laagjes

betekenis & definitie

Een zeer geringe hoeveelheid van een vetzuur, op een schoon wateroppervlak gebracht, breidt zich daarover uit in den vorm van een vliesje, dat slechts één molecuul dik is. Dit leidt men af uit de grootte van het oppervlak en de ongeveer bekende afmetingen van het vetzuur-molecuul.

De eigenschappen van het vliesje worden vastgesteld door de kracht, die het uitoefent op een zeer dun strookje papier, hetwelk aan een gevoelige balans is bevestigd. Aldus is gebleken, dat een dergelijk m. l. (men spreekt ook van materie in twee dimensies) geen scherp smeltpunt heeft, maar een smelttraject, hetwelk varieert met de erop uitgeoefende kracht.

Wordt het laagje uitgerekt, dan veranderen de eigenschappen geleidelijk, maar men mag een dergelijk uitgerekt vlies niet analoog heeten aan drie-dimensionale materie in gastoestand.Behalve op vloeistoffen kent men ook m. l. op vaste stoffen. De studie van al deze laagjes is om drie redenen van groot belang.

1° Om het inzicht dat zij geven in den bouw van het molecuul.
2° Uit physiologisch oogpunt. Het staat thans wel vast, dat de levende celwand met m. l. van verschillende stoffen bekleed is, welke bij de levensverrichtingen een zeer belangrijke rol spelen.
3° Om de technische toepassingen. Te noemen zijn: ➝ flotatie van ertsen; alle smeringen met olie; alle processen, waarbij goede bevochtiging van vaste stoffen door vloeistoffen van belang is (waschmiddelen; stoffen, die ter verdelging van insecten op planten worden gespoten; desinfectiemiddelen, enzoovoorts).

Lit.: E. K. Rideal, An Introduction to Surface Chemistry (Cambridge 1926). Zernike.

< >