Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Molukken

betekenis & definitie

of Specerij-eilanden. Oorspronkelijk verstond men onder M. de eilanden, die uitsluitend den kruidnagel leverden, inzonderheid Ternate, Tidore, Motir, Makjan en Batjan (Ned.-Indië). Later werden daar Ambon en Banda aan toegevoegd.

Dit laatste vooral wegens het leveren van muskaatnoten en foelie. Thans verstaat men onder dezen naam de eilanden tusschen Celebes en Nieuw-Guinea. Wat echter Zuidelijker ligt dan Banda, behoort in het Z.W. tot de Kleine Soenda-eilanden, in het Z.O. tot de Groote Oost.

De M. zijn van Celebes gescheiden door de ➝ Moluksche Zee. In het N. tellen zij vsch. vulkanen. Het bergland bereikt op Ceram en Boeroe een hoogte van ca. 3000 m.

Opp. 65 741 km2, ruim 893 000 inw. (1930), bestaande uit Alfoeren, Maleiers, Chineezen en Arabieren en enkele Europ. Behalve bovengenoemde specerijen, worden uitgevoerd: peper, kopra, cacao, koffie, hout, kajapoetolie (Boeroe), tripang, enz. Voor eigen consumptie dient sagoaanplant.

Voor geogr. bijzonderheden zie verder onder de voornaamste afzonderlijke eilanden.Geschiedenis. In 1522 vestigden zich de Portugeezen op Ternate en geleidelijk aan breidden zij hun invloed over de Moluksche eilanden uit. Doch ook de Nederlanders waren begeerig naar de kostbare specerijen en in 1599 verschenen hun eerste schepen in de Molukken en langzamerhand wisten zij die geheel onder hun beheer te brengen. Wijl het echter uitsluitend te doen was om winstbejag, werd er met de belangen der inheemsche bevolking enkel in zooverre rekening gehouden, als ze met de belangen der Compagnie strookten. Men had dan ook voortdurend opstanden te onderdrukken, want het doel was zich het voor de bevolking nadeelige monopolie van den specerijhandel te verzekeren, waartoe de „Loffelijcke Compagnie” zich van weinig loffelijke middelen bediende. „Het monopolie had gezegevierd, de vorsten waren tot willooze werktuigen gemaakt, de bevolking, voor zooverre niet uitgeroeid, was tot volslagen dienstbaarheid gebracht.” (Encycl. van Ned.-Indië, s. v. Molukken). Eerst in 1863 werd aan de verplichte specerij teelt, die zooveel ellende over de bevolking gebracht had, een einde gemaakt.

Voor de missiegeschiedenis, zie ➝ Ned.-Indië (sub Missiegesch.).

Lit.: B. J. J. Visser, Onder Portugeesch-Spaansche vlag; id., Onder de Compagnie (Batavia). Veel over de profane gesch. vindt men ook bij Wessels, Gesch. der R.K. Missie in Amboina 1546-1605 (1926), en id., De Kath.

Missie in de Molukken 1606-’77 (in Hist. Tschr., serie Studies, nr. 3, 1935). Geurtjens.

< >